Wachten op oranje

Ik moet zeggen dat ik het amper meer kan volgen. Nederlandse terrassen die open mogen, dan toch weer niet, dan weer wel. De Nederlandse overheid strooit met openingsdata om de beloftes vervolgens niet waar te maken. Tenslotte zijn de data allemaal ‘onder voorbehoud van de actuele besmettingscijfers’. Waarom er dan in vredesnaam data worden genoemd is mij een raadsel. Tenslotte weten we nog helemaal niet hoe de situatie er voor staat in mei en of het dan wel of geen goed idee is om de dierentuinen en pretparken te openen. 

Het Nederlandse coronabeleid moet perspectief bieden, dat is het idee. Maar volgens mij betekent perspectief in dit geval dat je probeert om iets te plannen wat niet te plannen valt. De Nederlandse agendacultuur zit een duidelijk beleid behoorlijk in de weg.

Het systeem in de Braziliaanse deelstaat São Paulo, waar ik woon, vind ik in dat opzicht een stuk overzichtelijker. Althans, dat was het ooit. We werken hier met blauwe, groene, gele, oranje en rode fases. Waarbij blauw zo’n beetje het oude normaal is, terwijl in de rode fase alleen essentiële diensten mogen functioneren. Per fase staat vast welke diensten open mogen en met welke capaciteit.

Om te bepalen in welke fase we zitten, wordt onder meer gekeken naar de bezettingsgraad van de intensive care en het aantal doden, besmettingen en ziekenhuisopnames per 100.000 inwoners. Aan beloftes op de lange termijn doen ze hier niet. Meestal horen we pas een paar dagen van tevoren of we naar een nieuwe fase gaan.

Dat laatste is nog steeds zo. Maar wat er per fase open mag, dat zijn de meeste mensen hier intussen ook al lang kwijt. Niet zo gek, want er worden constant veranderingen doorgevoerd. Zo mochten de scholen vorig jaar alleen in de gele fase beperkt open. Maar nu worden ze opeens als essentieel gezien en mogen ze zelfs in de rode fase nog met 35 procent capaciteit functioneren.

Daardoor ontstond alleen wel een probleem toen in maart de besmettingscijfers opeens zo angstaanjagend snel stegen, dat de ziekenhuizen het niet meer aan konden. Dus besloot de deelstaatregering plotseling dat het tijd was om een nieuwe fase in het leven te roepen: de noodfase. Waarbij de scholen dus wel weer dicht moesten. En er een soort van avondklok in het leven werd geroepen.

Intussen stijgen de aantallen doden en besmettingen nog altijd, maar omdat er net iets minder ziekenhuisopnames zijn, gingen we eerder deze maand toch terug naar rood. En vorige week creëerde de deelstaatregering wéér een nieuwe fase: de overgangsfase, onderweg naar oranje. Daardoor mochten winkels opeens weer gedeeltelijk open. Hoewel de meeste mensen die ik sprak zich daar amper van bewust waren. Het is ook bijna niet meer te volgen.

Natuurlijk, de beste stuurlui staan aan wal. Ik moet er niet aan denken om het beleid op dit moment te bepalen. En daar komt dan nog bij dat er genoeg mensen zijn die alle kleuren van de fases aan hun laars lappen en hun eigen plan trekken. Zo ontving ik een laatst een bericht van de kinderkapsalon waar mijn dochter wel eens was geweest. Ik wist dat knippen voor hen verboden was. Maar als ik wilde konden we op ‘exclusieve wijze’ worden geholpen. Best verleidelijk als ik naar mijn dochters haardos vol dode punten kijk. Maar we wachten nog maar even op fase oranje.

Deze column verscheen op 22 april 2021 op de website van RTL Nieuws


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s