Het zijn zwarte bladzijden uit de Chileense geschiedenis. Tussen 1973 en 1990 werden onder het militaire schrikbewind van generaal Augusto Pinochet duizenden Chilenen opgepakt en gemarteld. Burgers werden vanwege afwijkende – dat wil zeggen communistische of socialistische – politieke ideeën vermoord. Een deel verdween simpelweg, hun specifieke lot is nog altijd niet bekend.
Dat zijn de feiten, aangetoond door onafhankelijke waarheidscommissies. Maar zoals in de huidige tijd steeds vaker lijkt te gelden: waar feiten zijn, zijn mensen die de feiten ontkennen. Ook in het geval van de Chileense geschiedenis is dat een issue. De feiten worden gebagatelliseerd of glashard ontkend. Een dolk in het hart van de nabestaanden.
Om geen twijfel te laten bestaan over de geschiedenis van het Zuid-Amerikaanse land, nam het Huis van Afgevaardigden daarom afgelopen maand een wet aan waarin onder meer het ontkennen van mensenrechtenschendingen tijdens de militaire dictatuur in bepaalde gevallen strafbaar wordt gesteld. Die straf kan oplopen tot drie jaar.
Geen gek idee, leek me op het eerste gezicht. Tenslotte hebben we het hier over ernstige feiten en een verkeerde uitleg van de geschiedenis lijkt me afschuwelijk voor de nabestaanden en op de lange termijn ook gevaarlijk voor de toekomst van dit prachtige land.
Toen ik een e-mail van mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch over het onderwerp ontving, moest ik dan ook even met mijn ogen knipperen. Stond er nu echt dat ze tegen de wet waren? De organisatie die zich inzet voor het beschermen van mensenrechten vindt het geen goed idee om mensen te bestraffen die grove mensenrechtenschendingen ontkennen? Nieuwsgierig las ik verder.
Ik had het wel degelijk goed begrepen. De directeur van de Amerikaanse tak van de organisatie is inderdaad tegen de wet. Aanstootgevende en beledigende uitspraken moeten volgens hem weerlegd worden in discussies, niet door mensen strafrechtelijk te bestraffen. Dat zou namelijk in strijd zijn met het recht op vrijheid van meningsuiting. Bovendien is het volgens hem geen effectief middel om afwijkende opvattingen te bestrijden.
Het bericht zette me aan het denken. Aan de ene kant kan ik me goed voorstellen dat de polarisatie en andere spanningen in een samenleving door zo’n wet alleen maar zouden verergeren. Precies datgene wat je volgens mij niet wilt. Want op de lange termijn zijn we allemaal veel meer gebaat bij een zinvolle discussie. Maar is er in dit opzicht wel sprake van zinvolle discussies? Wie beslist dat? En waar ligt die grens van vrijheid van meningsuiting dan precies?
Als je kijkt naar de wetgeving op het gebied van bijvoorbeeld Holocaustontkenning dan zie je al snel dat er internationaal ook geen consensus over dit soort zaken is. In sommige landen is het ontkennen van de Holocaust in een specifieke wet geregeld. Nederland kent zo’n wet juist niet. Tegelijkertijd kan het ontkennen van de Holocaust door een rechter in ons land wel degelijk als strafbaar worden gezien, omdat er in de praktijk vaak al snel sprake is van groepsbelediging, en dat is wel vastgelegd in onze wet.
Of Chili op dit moment wel een concrete wet nodig heeft, daarvan ben ik nog niet overtuigd. Of hij er daadwerkelijk komt, daarover beslist nu de senaat. Maar laten we vooral het uiteindelijke doel niet uit het oog verliezen: het belangrijkste is dat deze zwarte bladzijden in de Chileense geschiedenis nooit zullen worden vergeten, met of zonder wet.
Deze column verscheen op 1 oktober 2020 op de website van RTL Nieuws