“Ik durf mijn huis nu echt niet uit. De sfeer op straat is heel vreemd.” Dat appte een vriendin uit Rio de Janeiro me een paar weken geleden. Ze woont in Complexo do Alemão, één van de grootste favela’s van de stad, waar het coronavirus ook rondwaart. Maar dat was niet de reden waarom ze haar huis niet uit durfde.
De politie was plotseling de wijk binnengevallen en had uiteindelijk twaalf mensen doodgeschoten. “Gelukkig alleen bendeleden deze keer”, schreef mijn vriendin. Want dat alleen criminelen het slachtoffer worden van politiekogels is helaas allesbehalve vanzelfsprekend.
Terwijl miljoenen mensen buiten de VS intussen de naam George Floyd kennen, hebben buiten Brazilië nog maar weinig mensen gehoord van João Pedro Matos Pinto. Precies een week voordat de knie van een politieagent de nek van George Floyd afknelde, werd de 14-jarige João Pedro door politiekogels geraakt, toen hij op bezoek was bij zijn neefjes.
Hij werd door de politie meegenomen in een helikopter en overleed. Het duurde uren voordat zijn familie zijn lichaam uiteindelijk terugvond. De politie verklaarde dat ze achter een stel bendeleden aan hadden gezeten en dat João Pedro in het kruisvuur was geraakt. Maar volgens zijn familieleden zou de politie de jonge zwarte jongen simpelweg hebben aangezien voor een bendelid.
Geen gekke gedachte als je ziet hoe ook hier de politie over het algemeen omgaat met zwarte Brazilianen. Zo werd anderhalf jaar geleden Rodrigo Alexandre da Silva Serrano doodgeschoten, nadat de politie zijn paraplu aanzag voor een wapen. Een vergissing die vermoedelijk minder snel was gemaakt als hij wit was geweest. Of wat dacht je van Jorge Hudson da Silva die afgelopen zondag tijdens een manifestatie onder schot werd gehouden met een geweer?
Volgens de politie had hij stenen gegooid, Jorge ontkent. Hoe dan ook, een ongewapende demonstrant op een meter afstand onder schot houden lijkt me niet de gewenste actie. Het staat bovendien in schril contrast met de witte demonstrant in São Paulo, die ondanks haar honkbalknuppel rustig werd weggeleid door de politie nadat ze slaags dreigde te raken met critici.
Dat de politie rustig blijft, is uiteraard fijn. Het feit dat haar honkbalknuppel niet is ingenomen, is bizar. Het tekent de dubbele standaard die ook hier in Brazilië heerst. En hoewel ik uiteraard weet dat wit privilege ook in Nederland bestaat, raakte ik me pas in ‘smeltkroes’ Brazilië echt bewust van mijn bevoorrechte positie. Hoe witter je bent, hoe beter je wordt behandeld. Zo simpel is het.
De veelal zwarte inwoners van de favela’s moeten tijdens deze pandemie daarom niet alleen vrezen voor het coronavirus, maar ook voor de politieacties die onverminderd doorgaan. In april werden alleen in Rio de Janeiro zelfs 177 mensen door de politie vermoord. Ruim veertig procent meer dan in dezelfde maand in 2019. Over het algemeen is driekwart van de slachtoffers zwart, terwijl slechts iets meer dan de helft van de bevolking zwart of van gemengde afkomst is.
Toch blijven grote protesten hier uit. Misschien heeft Brazilië teveel andere problemen, misschien heeft de zwarte bevolking te weinig hoop, zijn ze al moegestreden. Ik weet het niet precies.
Mijn vriendin in Rio is in ieder geval al lang blij dat ze de straat op weer kan. Net als haar buurtgenoten. Want de hulpactie die ik samen met haar had opgezet om voedselpakketten uit te delen in de wijk, was door het geweld ook stil komen te liggen. Een groot probleem. Want ook honger treft juist de zwarte Brazilianen het hardst.
Deze column verscheen op 4 juni 2020 op de website van RTL Nieuws