Overal plastic

“Wacht even, ik heb nog een pakje voor je”, roept de portier van mijn flat als ik langs hem loop. Hij drukt me een enorme doos in mijn handen die bijna niets weegt. Ik vraag me af wat ik in vredesnaam had besteld, waarvoor zo’n grote doos nodig is. Eenmaal binnen snijd ik hem open. Ik zie een grote berg plastic, gevuld met lucht. Met ergens onderin de doos de ‘kostbare’ lading: een multomap.

De berg plastic is zo groot en nutteloos, dat ik besluit dat het genoeg is. Ik stoor me al langer aan de bizarre hoeveelheden plastic in mijn leven. Als ik in Brazilië boodschappen doe, kan ik daarna steevast een – jawel – plastic tasje vol met plastic verpakkingen bij het afval gooien. Dat moet toch ook anders kunnen.

Al snel kom ik op internet in de wondere ‘zero waste’ wereld terecht. Van herbruikbare rietjes tot menstruatiecups en van compostbakken tot wasbaar wc-papier. Ja, dat laatste bestaat echt. Het gaat mij absoluut een stap te ver. En ook volledig afvalvrij worden lijkt me met mijn leven in de stad een illusie. Maar ik kom erachter dat je met een aantal simpele aanpassingen ook al best een eind kunt komen om je plastic voetafdruk op deze wereld te verminderen.

Nu is dit concept natuurlijk niet nieuw. In Nederland kwamen er een paar jaar geleden al steeds meer verpakkingsvrije en verpakkingsarme winkels, waar je met je eigen meegebrachte zakjes en bakjes boodschappen kon doen. Die waren alleen niet bepaald een doorslaand succes. Gemak dient de mens. En op dit gebied wint de traditionele supermarkt nog altijd.

In Brazilië ben je zo mogelijk een nog vreemdere eend in de bijt. De Brazilianen zijn een soort plastic veelvraten. Niet voor niets staat het land wereldwijd op de vierde plek als het gaat om het gebruik van plastic. En slechts één procent van al dat Braziliaanse plastic wordt gerecycled. Des te meer reden om toch wat harder mijn best te doen besluit ik. Ik heb geluk. Er zit een bulkwinkel op dertig meter afstand van de normale supermarkt in mijn buurt. Dat valt prima te combineren. Ik kan er onder meer noten, pasta en rijst in mijn eigen zakjes stoppen en afrekenen. Veel dingen zijn er nog goedkoper ook. En verder vind ik het eigenlijk best leuk om over de markt struinen om groente, fruit en kaas in te slaan. Ook al voelt dat met mijn eigen zakjes in het begin een beetje onwennig.

Maar ik ontdek al snel dat het vermijden van plastic soms makkelijker gezegd is dan gedaan. Ik neem mijn dochter mee naar het aquarium in onze woonplaats São Paulo. Er is ruim aandacht voor het klimaatprobleem. Aan de muur hangen foto’s van ijsberen tussen smeltende ijsschotsen en plastic zakjes. Maar als ik in hun eigen restaurant bij het buffet wat te drinken wil pakken, kijk ik vertwijfeld naar de grote stapel plastic bekertjes. “Hebben jullie geen glazen?” vraag ik aan een van de meiden die er werkt. Tenslotte staan er wel gewoon normale borden en ligt er ook echt bestek. Maar nee, zelfs op deze ‘klimaatbewuste’ plek blijken plastic bekertjes de enige optie.

Gelukkig duurt dat niet lang meer. Een paar dagen na mijn bezoek aan het aquarium kondigt de burgemeester van São Paulo aan dat onder meer hotels, restaurants en bars in de stad vanaf volgend jaar geen wegwerpplastic meer mogen gebruiken. Een maatregel die op dit moment trouwens steeds meer de norm lijkt te worden. Zelfs in grootverbruiker China is het binnenkort gedaan met de rietjes en plastic tasjes.

Goed nieuws natuurlijk. Maar ik denk meteen aan mijn multomap die samen met het equivalent van zeker vijftig plastic bekertjes in een doos zat. Als we echt iets willen veranderen dan zijn er nog heel wat meer maatregelen nodig.

Deze column verscheen op 23 januari 2020 op de website van RTL Nieuws


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s