“Wat spreek je goed Portugees zeg!” Dit is ongeveer de standaardreactie van elke nieuwe Braziliaan die ik leer kennen. Niet omdat ik de taal nu zo vloeiend spreek. Dit zeiden ze namelijk al toen ik hier een week woonde en net zonder stotteren een broodje kon bestellen. Zes jaar later is dat natuurlijk geen probleem meer. Maar geloof me, ik maak nog steeds genoeg fouten. En de Brazilianen zijn nog net zo lief en complimenteus over mijn Portugees als in het begin.
Los van het feit dat ze vaak ontzettend aardig zijn, vermoed ik dat Brazilianen ook gewoon snel onder de indruk zijn. Zelf spreken ze over het algemeen niet veel andere talen. Zelfs met Spaans, dat toch echt enorm op Portugees lijkt, hebben veel mensen al moeite. Zo kan ik me een bizar gesprek herinneren tussen een Argentijnse toeriste en een Braziliaanse serveerster. De Argentijnse wilde graag thee bij haar ontbijt. Maar het verschil tussen het Spaanse ‘té’ en het Portugese ‘chá’ bleek voor de twee niet te overbruggen. Uiteindelijk kon ik het niet langer aanhoren en besloot ik de twee uit hun lijden te verlossen.
Mensen hier vragen vaak hoe het komt dat Nederlanders zoveel talen spreken. Aan de ene kant zijn we natuurlijk een klein landje en hebben we niet veel keuze. Maar vaak vertel ik ook dat we onze televisieprogramma’s ondertitelen. Als je een taal maar vaak genoeg hoort, dan pik je er vanzelf wel iets van op.
Toen ik hoorde dat de NPO nu een serie gaat nasynchroniseren in plaats van ondertitelen, was ik dan ook stomverbaasd. Het lijkt me voor onze talenkennis slecht nieuws. De reden voor het experiment zou zijn dat veel kijkers het moeilijk vinden om tegelijkertijd de ondertiteling en het beeld te volgen.
Het tegenstrijdige is dat er de laatste jaren juist steeds meer ondertiteling wordt gebruikt op de Nederlandse televisie. Het lijkt er namelijk op dat veel Nederlanders het niet moeilijk vinden om ondertiteling te volgen, maar wel om hun eigen landgenoten te verstaan. Zo worden Limburgers en Groningers die Nederlands met een accent spreken, regelmatig ondertiteld. Overigens gebeurt dat bij rasechte Amsterdammers dan weer een stuk minder. Terwijl die voor een Drent misschien net zo moeilijk te verstaan zijn als andersom.
De Brazilianen doen daar juist niet aan mee. In dit enorme land met ruim 200 miljoen inwoners wordt Portugees met heel veel verschillende accenten gesproken. Een inwoner van Rio de Janeiro herken je na twee seconden al aan de manier waarop hij de r en de s uitspreekt. Net zoals Brazilianen die aan de grens met Argentinië wonen duidelijk door het Spaans beïnvloed zijn. Of de Brazilianen uit het noordoosten die voor de rest van hun landgenoten vaak ontzettend moeilijk te verstaan zijn. En dan heb ik het nog niet eens over het grote verschil tussen het Portugees dat ze in Portugal spreken en het Braziliaanse Portugees.
Maar niemand die het in zijn hoofd haalt om hen te ondertitelen. De Brazilianen mogen dan misschien geen enorme talenknobbel hebben, voor hun eigen taal hebben ze geen ondertiteling nodig.
Deze column verscheen op 26 juli 2018 op de website van RTL Nieuws