“Hij komt uit Venezuela.” De persvoorlichter van het ziekenhuis wijst naar een jongen op het achterste bed in de kamer. Echt nodig is dat niet, want hij is zo mager dat ik hem meteen herken als Venezolaan. De inwoners van Venezuela vielen vorig jaar gemiddeld elf kilo af. Door de crisis en hyperinflatie in het land heeft meer dan de helft van de Venezolanen regelmatig veel te weinig te eten. “Ik woog eerst 60 kilo, nu nog maar iets van 35 kilo”, vertelt de 33-jarige Hector Gonzalez als ik ernaar vraag.
Maar dat is niet de reden waarom hij hier is. Ik ben op bezoek in het publieke ziekenhuis van de Colombiaanse stad Cúcuta, aan de grens met Venezuela. Net als duizenden andere Venezolanen is Hector hier naartoe gevlucht, omdat de gezondheidszorg samen met de economie in zijn land compleet in elkaar is gestort.
Medicijnen zijn vrijwel niet meer te krijgen, net als eenvoudige hulpmiddelen zoals hechtdraad, injectiespuiten en zelfs ontsmettingsmiddel. Voor Hector betekent het medicijntekort een groot probleem. Als diabetespatiënt is hij afhankelijk van insuline, dat hij twee keer per dag moet injecteren. Zijn zoektocht naar het medicijn eindigde de laatste maanden vaak op de zwarte markt, waar hij het tegen gigantische bedragen soms nog kon kopen. Maar de laatste keer was in december. Wat hij daarna ook probeerde, er was nergens meer insuline te krijgen.
En dus vertrok hij samen met zijn moeder naar Colombia. Bijna bewusteloos kwam hij aan bij het ziekenhuis in Cúcuta, omdat hij toen al twee dagen geen insuline meer had geïnjecteerd.
Hector had geluk. Het ziekenhuis beschouwde hem als spoedgeval en nam hem op. Negen dagen later zit hij gelukkig weer rechtop in zijn bed. Maar dan vertelt hij me plotseling dat zijn 18-jarige zusje een half jaar geleden is overleden toen ze ook geen insuline konden vinden. Hij zegt het bijna achteloos en even twijfel ik of ik het wel goed heb verstaan. Ik kijk hem geschokt aan en hij herhaalt het nog een keer: “Mijn zus overleed zes maanden geleden, omdat er geen insuline was.”
Hij kijkt me strak aan en ik zie de pijn in zijn ogen. Hij is dan ook absoluut niet onverschillig, dit is zijn manier om met deze bizarre werkelijkheid om te gaan. Om niet volledig door te draaien. Op de stoel naast het bed zit zijn moeder zachtjes te snikken. “Ze had al vier dagen geen insuline gehad en raakte in een coma.”
Nu hij weer opgeknapt is, kan Hector elk moment uit het Colombiaanse ziekenhuis worden ontslagen. Als ik vraag wat hij dan gaat doen, haalt hij zijn schouders op. In Colombia heeft hij niets. Maar terug naar Venezuela is eigenlijk geen optie. “Als ik naar Venezuela ga en ik heb geen medicijnen dan zal ik weer terugvallen.”
Want geen medicijnen betekent voor Hector simpelweg geen leven.
Deze column verscheen op 30 maart 2018 op de website van RTL Nieuws