Als ik mijn ogen sluit, zie ik ze voor me. De magere koppies, de holle ogen. Blikken waar alle hoop uit verdwenen is. Ik sprak afgelopen week met tientallen Venezolaanse vluchtelingen in de Colombiaanse grensstad Cúcuta. Uiteraard was ik voorbereid op heftige verhalen: mensen laten niet voor niets alles achter om naar een ander land te vertrekken. Maar zoveel honger, wanhoop en uitputting had ik nog niet eerder van zo dichtbij gezien.
“Alsjeblieft, kun je me helpen?” Er wordt op mijn schouder getikt. Als ik me omdraai, kijk ik recht in het magere gezicht van de 79-jarige Sonia. Ze struikelt over haar woorden om me haar verhaal te vertellen. Bijna elke dag komt ze vanuit het Venezolaanse San Cristóbal naar Colombia om eten te zoeken. Want dat is in Venezuela vrijwel niet meer te krijgen. En wat er nog wel is, is vaak onbetaalbaar vanwege de hyperinflatie in het land.
Sonia komt niet alleen eten zoeken voor zichzelf, maar ook voor de zeven kleinkinderen die bij haar wonen. Hun moeder overleed tijdens haar laatste bevalling. Sonia vertelt dat ze nog maar 29 kilo weegt. Haar stem bibbert, de tranen springen in haar ogen. Ik geef haar een knuffel, of iets dat daar op lijkt. Want ik voel alleen maar botten en ben bang dat ik haar pijn doe. Als ze wegloopt kijk ik mijn cameraman aan. Ook bij hem biggelen de tranen over zijn wangen.
Hoe langer ik in Cúcuta rondloop, hoe duidelijker de enorme omvang van deze crisis wordt. En dan zijn dit nog de Venezolanen die het geld bij elkaar hebben weten te sprokkelen om de ellende te ontvluchten. Ik denk aan al die mensen die niet in de buurt van de grens wonen en geen geld hebben voor een buskaartje om weg te gaan. De mensen die leven op één banaan per dag, de peuters die er niets van begrijpen dat er geen eten is en de pasgeboren baby’s die doodgaan omdat hun moeders geen melk produceren en poedermelk niet te krijgen is.
Vlak na de grensovergang zie ik de 23-jarige Angel op de stoep zitten. Een lange magere slungel, want in twee jaar tijd viel hij ruim dertig kilo af. Zijn ogen zijn rood van het huilen. Hij moest zijn vrouw, zoontje van twee en zieke vader achterlaten in Venezuela, want er was niet genoeg geld om samen weg te gaan. Samen met zijn schoonvader is Angel naar Colombia gekomen om werk te zoeken in de stad Medellín. Daar is als het goed is iemand die hen de eerste dagen kan opvangen. Maar eenmaal in Colombia zijn Angel en zijn schoonvader erachter gekomen dat hun Venezolaanse geld te weinig waard is om buskaartjes naar Medellín te kopen.
Met tranen in zijn ogen zegt Angel dat hij gaat proberen om z’n mobieltje te verkopen. Het is het enige middel voor hem om contact te hebben met het thuisfront, om te weten of zijn zieke vader nog leeft en het apparaat waar tientallen foto’s van zijn zoontje opstaan. Maar hij heeft geen keuze. Hij heeft al twee dagen helemaal niets meer gegeten en bovendien hebben ze geen slaapplek.
Het komt niet eens bij deze mensen op om ons om hulp te vragen. Het zijn middenklassers, die altijd hun eigen boontjes hebben gedopt. Die gewoon werk hadden en in het weekend gezellig gingen winkelen. Honger lijden en op straat slapen waren voor hen twee jaar geleden net zo ondenkbaar als voor jou en mij. Als ik ze uiteindelijk zeg dat ik ervoor zal zorgen dat ze naar Medellín kunnen, kijken ze me dan ook ongelovig aan.
Maar ook al heb ik Angel geholpen, en Sonia natuurlijk ook: ik voel me nog steeds machteloos. Want er waren zoveel anderen. Al die mensen die op straat slapen, de tienermeisjes die hun lichaam uit wanhoop voor vijf euro verkopen en de mensen die geduldig staan te wachten op een gratis bord eten. Het enige dat ik op dit moment kan doen, is hun verhaal vertellen. In de hoop dat er meer hulp komt voor deze mensen. Dat er iets zal veranderen. Want dat zij niet de laatste Venezolanen zullen zijn die hun land moeten ontvluchten, is allang duidelijk.
Ik ben weer thuis in Brazilië, maar met mijn hoofd nog in Colombia. En dan krijg ik een berichtje van een ontzettend blije Angel. Hij is amper een week in Medellín en heeft al een baantje gescoord in een fastfoodrestaurant. Ik voel de hoop in zijn bericht. Zijn eerste doel is bereikt. Op naar een beter leven.
Deze column verscheen op 15 maart 2018 op de website van RTL Nieuws