Een freelance interieurfotograaf, een manager in de bouw en een jazzzangeres: je kunt het zo gek niet bedenken of ik heb wel bij ze in de auto gezeten de afgelopen tijd. Het is namelijk crisis in Brazilië. En omdat hun rekeningen toch betaald moeten worden, besluiten veel werklozen om dan maar achter het stuur te kruipen.
Sinds de introductie in Brazilië een paar jaar geleden is Uber hier enorm populair. De app brengt klanten en chauffeurs zonder dure taxivergunning met elkaar in contact. Daardoor kun je vaak voor veel minder geld dan met een gewone taxi van A naar B komen.
Omdat het zo makkelijk is om je als chauffeur aan te melden, doen veel mensen dat zodra ze hun baan kwijtraken. Met meer dan veertien miljoen werklozen in het hele land is het een populaire manier om de eindjes aan elkaar te knopen. En dus blijft het aantal chauffeurs maar groeien.
Toch zijn het niet alleen werklozen die ervoor kiezen om als chauffeur voor Uber aan de slag te gaan. Zo zat ik laatst bij politieagent Jailson in de auto. Ondanks zijn lange diensten in gevaarlijke wijken verdient hij maar weinig. Dus rijdt hij in zijn vrije uren in zijn eigen auto door de stad. Of chauffeur Cesar, die me vertelde dat hij ook Braziliaanse witte kaas maakt. Misschien had ik interesse om die te kopen?
Afgelopen week las ik bovendien het verhaal van Filipe Moreira, eerste solist bij het balletgezelschap van het Gemeentelijk Theater in Rio de Janeiro. Een baan met prestige. Maar daar merkt hij tegenwoordig niet veel van. Filipe en zijn collega’s ontvangen hun salaris sinds de crisis keer op keer te laat. Zo wacht hij nu nog steeds op het geld van april. En ook zijn dertiende maand van 2016 is nog altijd niet betaald.
Zijn auto heeft Felipe zelfs al verkocht. Als de nood hoog is, neemt hij na zijn trainingsuren de auto van zijn moeder om als chauffeur voor Uber ervoor te zorgen dat hij toch op tijd zijn rekeningen kan betalen.
Voor hem en vele anderen is het werk voor Uber een geweldige uitkomst. Maar dat veel chauffeurs liever op een andere manier hun geld zouden verdienen, is me intussen ook wel duidelijk geworden. Want een vetpot is het niet: een kwart van het geld gaat rechtstreeks naar Uber. De fulltime chauffeurs zitten soms wel zestien uur per dag in de auto om genoeg geld bij elkaar te sprokkelen.
Zodra de economie aantrekt, verwacht ik dan ook een flinke afname van het aantal chauffeurs. Maar zover is het nog lang niet. Gelukkig maar, zou ik bijna willen zeggen. Want het maakt alle uren in het verkeer als passagier een stuk interessanter. Met al die financieel adviseurs, muzikanten en architecten achter het stuur, ga je bijna hopen op file.
Deze column verscheen op 8 juni 2017 op de website van RTL Nieuws