“Schiet me maar neer omdat ik honger heb!” Met zijn neus bijna tegen de harde plastic schilden van de oproerpolitie gedrukt, schreeuwt een jonge demonstrant in de Venezolaanse stad San Cristobal al zijn frustratie naar buiten. “Dood me dan, schiet me dan neer!”
Een video van zijn tirade werd massaal gedeeld op sociale media. Natuurlijk juist omdat het zo tekenend is. Want als de honger groot genoeg is, verlies je op een gegeven moment blijkbaar alle angst.
De jongen was gisteren samen met honderdduizenden Venezolanen de straat opgegaan. In de hoofdstad Caracas stond één van de belangrijkste snelwegen voor één keer niet vol met auto’s, maar met woedende demonstranten. Gefrustreerd door enorme voedsel- en medicijntekorten en de torenhoge inflatie in het land.
De directe aanleiding voor de protesten in het hele land waren de gebeurtenissen van vorige week. De Venezolaanse kiesraad besloot toen dat een referendum over de toekomst van president Maduro niet doorgaat. De officiële reden: er zou gesjoemeld zijn met de benodigde handtekeningen om het referendum te organiseren. Maar het feit dat de kiesraad volledig op hand van de regering is, lijkt de boel wat beter te verklaren.
Volgens de oppositie is het dan ook duidelijk: Maduro is nu definitief een dictator geworden. Maar wanneer stopt een democratie er precies mee om een democratie te zijn?
Venezuela was de laatste jaren eigenlijk al geen democratie meer zoals wij die kennen. Daarvoor werd het land al te autoritair geregeerd, de randen van de wet teveel opgezocht en soms al overschreden. Sommige politieke analisten noemden het ook wel een hybride regeringsvorm: op veel vlakken dictatoriaal, maar nog steeds democratisch. Er werden per slot van rekening nog steeds verkiezingen georganiseerd, die in ieder geval tot op zekere hoogte democratisch verliepen.
Maar met het instorten van de economie de afgelopen jaren, nam het dictatoriale deel al steeds vaker de overhand. Alsof Venezuela zich op een soort glijdende schaal bevond. Of de beslissing van de kiesraad nu daadwerkelijk definitief het einde van de democratie heeft gemarkeerd, daarover verschillen de meningen nog. Misschien dat we dat pas later definitief kunnen zeggen.
In ieder geval ontketende het besluit van afgelopen week een reeks gebeurtenissen, die elkaar nog steeds in een razend tempo lijken op te volgen. Na de protesten van gisteren, staat er voor vrijdag een nationale staking gepland. Bovendien heeft de oppositie Maduro een ultimatum gegeven: als hij het referendum niet alsnog toestaat, dan willen ze naar het presidentieel paleis marcheren om hem tot aftreden te dwingen.
De kans op succes lijkt klein. Maduro heeft namelijk teveel vrienden op strategische plekken. Zo liet het leger deze week nog weten pal achter de president te staan.
Bovendien zijn veel Venezolanen het grootste deel van hun tijd kwijt aan het zoeken naar eten. Daarvoor moeten ze meestal urenlang in de rij staan. Veel tijd blijft er dan ook niet over om te demonstreren. Pas als zij allemaal besluiten om niet voor de duizendste keer in een rij aan te sluiten, maar met hun hongerige magen naar het presidentieel paleis te trekken, heeft Maduro een echt probleem. Want zoals de woedende jongen in San Cristobal al liet zien gisteren: honger kent geen angst.
Deze column verscheen op 27 oktober 2016 op de website van RTL Nieuws.