Het damestoilet is voor alle vrouwen. Tenminste, dat zou je verwachten. Maar als kindermeisje in Brazilië mag je er niet zomaar je behoefte doen. Bij een dure country club in Rio de Janeiro werd een nanny afgelopen week verzocht om de badkamer te verlaten. Dat ze daar met haar drie oppaskinderen was, deed er blijkbaar niet toe. Volgens de club was het niet gepast dat zij daar was ‘omdat vrouwelijke leden er hun spullen achterlaten’.
Ik zie ze wel eens lopen in het winkelcentrum, de Braziliaanse kindermeisjes: geheel in het wit gekleed en vaak met een kind op de arm. Soms loopt de moeder er gewoon naast. Maar die moeders houden hun kind dan nooit zelf vast. Want, stel je voor dat je kind over je dure jurkje heen spuugt. Of dat hij net begint te huilen als je lekker aan het winkelen bent. Of nog erger, dat hij een poepluier heeft. Waarom het kind dan überhaupt mee moet naar het winkelcentrum is me een raadsel.
Ik krijg er dan ook vaak een gek gevoel bij. Niet omdat ik het niet eens ben met het werk van deze nanny’s. Integendeel: meestal zijn ze blij met hun baan en als werkende ouder kan het de perfecte oplossing zijn. Maar het probleem is de manier waarop ze aan het werk moeten. De sociale ongelijkheid straalt er vaak vanaf. Het wc-incident in Rio is helaas geen uitzondering. Zo mogen kindermeisjes in São Paulo bijvoorbeeld zonder hun witte uniform überhaupt de country clubs niet in.
In de meeste Braziliaanse huizen vind je bovendien nog steeds één ieniemienie slaapkamertje en een badkamertje met toilet en een douchekop. Deze zijn bedoeld voor inwonende huishoudsters of nanny’s. Zij houden het huishouden draaiende, maar moeten zich verder zien te redden met drie vierkante meter. Aan tafel mee eten met de rest van het gezin? Dat is uit den boze. En als je iets wordt aangeboden, zeg je altijd ‘nee’.
Het zijn deze vaak bizarre sociale codes die centraal staan in de Braziliaanse film ‘Que horas ela volta’, oftewel: ‘Hoe laat komt ze terug?’. Daarin komt de studerende dochter van huishoudster Val tijdelijk bij haar wonen, in de villa van Vals werkgevers. Het zorgt voor allerlei spanningen, want dochter Jéssica vindt al die sociale codes maar belachelijk. Haar moeder is toch geen tweederangs mens?
Maar ik ben bang dat de Braziliaanse huishoudsters en kindermeisjes dat in de ogen van veel rijke landgenoten nog wel steeds zijn. En zelfs als het al – heel langzaam – begint te veranderen, dan blijken sommige dingen gewoon compleet ingebakken te zitten. Iets waar ik zelf ook tegenaan loop.
Zo weigert mijn lieve schoonmaakster, die mijn huis elke week laat glimmen, na ruim drie jaar nog steeds om samen aan tafel te gaan zitten. Ik blijf het gek vinden, maar voor haar voelt het blijkbaar te raar om het wel te doen. Gelukkig laat ze me wel altijd een kilo kaas voor haar meenemen als ik in Nederland ben geweest. Want als het om Hollandse kaas gaat, gelden er in ieder geval geen regels.
Deze column verscheen op 26 mei 2016 op de website van RTL Nieuws.