Zodra het stoplicht op rood springt, rennen ze op blote voeten de weg op. Het ene jochie zet een grote pylon neer en de ander klimt er behendig bovenop. Jonglerend met een paar vuile tennisballen vermaakt hij de wachtende automobilisten. De ander probeert intussen om zoveel mogelijk kleingeld op te halen voor de vertoonde kunsten.
Het hele jaar door zie je dit soort kinderen aan het ‘werk’ in São Paulo en andere Braziliaanse steden. Het zijn meestal kinderen van een jaar of tien, die vanuit arme wijken aan de rand van de stad naar de rijkere buurten komen om wat bij te verdienen. Door te jongleren, voorruiten schoon te maken of snoepjes te verkopen. Ze staan vooral op drukke kruispunten, in de buurt van luxe winkelcentra.
Met de feestdagen in aantocht lijken hun aantallen altijd te verdubbelen. Veel kinderen proberen dan wat extra te verdienen, al dan niet gedwongen door hun eigen familie. Terwijl ze natuurlijk eigenlijk gewoon op school horen te zitten.
Toch is het niet altijd zo dat deze kinderen helemaal niet naar school gaan. Vooral sinds ruim twaalf jaar geleden de Bolsa Familia, de ‘Familiebeurs’, werd ingevoerd. Het programma is één van de paradepaardjes van de huidige regeringspartij PT, de Arbeiderspartij.
Arme gezinnen krijgen tegenwoordig maandelijks geld van de overheid. Een gezin met kinderen komt ervoor in aanmerking als je omgerekend per gezinslid niet meer dan 35 euro verdient. Het totale bedrag aan Bolsa Familia kan maximaal oplopen tot 75 euro per maand voor het hele gezin, in de meeste gevallen is het stukken minder. In ruil daarvoor moeten de ouders onder meer hun kinderen naar de dokter en naar school sturen.
Volgens Braziliaanse critici van de Bolsa Familia is het belachelijk om ‘gratis geld’ weg te geven en stimuleert de beurs luiheid. Maar volgens verschillende onderzoeken heeft het programma wel degelijk de armoede in Brazilië teruggedrongen.
Ook gaan er tegenwoordig veel meer Braziliaanse kinderen naar school. Alleen gaan ze daar lang niet altijd de hele dag heen. Vanwege grote lerarentekorten in de arme wijken krijgen veel kinderen óf ’s ochtends óf ’s middags les. En omdat de inkomsten van veel families nog altijd bizar laag zijn, moeten sommige kinderen alsnog proberen om bijvoorbeeld bij de stoplichten wat bij te verdienen. Vorig jaar steeg het aantal werkende kinderen zelfs weer voor het eerst in tien jaar.
Brazilië is helaas niet het enige land in Latijns-Amerika waar kinderarbeid nog veel voorkomt. Zo’n 12,5 miljoen kinderen tussen de vijf en 17 jaar worden gedwongen om te werken. Dat is 8 procent van alle kinderen in de regio…
De twee jochies met hun pylon en tennisballen weten precies hoe lang het stoplicht op rood blijft. Snel halen ze hun laatste kerstbonus binnen, en één seconde voor het groene licht staan ze weer op de stoep. Wachtend op de volgende ronde.
Deze column verscheen op 17 december 2015 op de website van RTL Nieuws.