Op de bank met een drugsbaas

Afgelopen week heb ik aardig wat uren op de bank doorgebracht om een serie te kijken. Nu maak ik me wel vaker schuldig aan deze ‘guilty pleasure’, maar deze week waren mijn uren voor de televisie gelukkig nog redelijk verantwoord. Als correspondent Latijns-Amerika kon ik de hype van dit moment simpelweg niet langs me heen laten gaan. Want de hoofdpersoon in de laatste hitserie op Netflix is niemand minder dan de Colombiaanse drugsbaron Pablo Escobar.

Escobar is een van de beroemdste én beruchtste Colombianen ooit. In de jaren 80 verdiende hij miljarden dollars met de smokkel van cocaïne. Hij was op dat moment zelfs een van de rijkste mensen ter wereld. In de tweede aflevering van de serie ‘Narcos’ zie je meteen al dat zoveel zwart geld de nodige problemen met zich meebrengt. Want waar laat je het in vredesnaam? Onder andere in de bank van Escobars moeder, als we de serie mogen geloven. “Dit is niet erg comfortabel, Pablo”, zegt ze, als ze samen met haar zoon bovenop een miljoen dollar neerploft.

Het is een van de vele bizarre scènes uit een fascinerende serie. Die niet voor niets begint met twee zinnen over magisch realisme, een populaire stroming in de Latijns-Amerikaanse kunst: “Magisch realisme is wat er gebeurt als een gedetailleerde en realistische omgeving wordt binnengevallen door iets dat te vreemd is om te geloven. Er is een reden waarom magisch realisme is ontstaan in Colombia.”

De serie is op waarheid gebaseerd, en de grote lijnen van de geschiedenis kloppen zeker. Maar als kijker zul je je blijven afvragen wat precies feit en fictie is. Dat geeft ook niet. Want wat zeker een feit is, is dat het allemaal echt gebeurd zou kúnnen zijn, hoe ongelooflijk het verhaal soms ook is. Of je dat dan magisch realisme wilt noemen of gewoon een vuile drugsoorlog met duizenden slachtoffers, kun je zelf beslissen.

In Latijns-Amerika maakt de serie in ieder geval veel los. Toch gaan de meeste discussies eigenlijk helemaal niet over de inhoud van de serie, maar vooral over het accent van de hoofdrolspeler. Wagner Moura, die in de huid kruipt van Escobar, is namelijk geen Colombiaan. Sterker nog, de Braziliaanse acteur sprak tot voor kort helemaal geen Spaans.

Zijn ‘Portuñol’ zou volgens sommige critici afbraak doen aan de geloofwaardigheid van de serie. Natuurlijk snap ik dat het voor een Colombiaan vrij gek is dat een Braziliaan de rol van Escobar vertolkt. Maar zelf vind ik het in ieder geval verfrissend dat Netflix het aandurft om hem geen Engels met een Spaans accent te laten spreken.

Veel interessanter dan zijn accent is trouwens de manier waarop Escobar wordt neergezet: als meedogenloze moordenaar en nietsontziende zakenman die zijn vrouw bedriegt, maar ook als bezorgde echtgenoot, weldoener en gekrenkt man op het moment dat zijn politieke ambities worden geblokkeerd.

Toch wordt niet duidelijk waarom Escobar zo geworden is. Eigenlijk gaat de serie dan ook minder over de drugsbaron zelf, en meer over de verwoestende uitwerking van de drugsoorlog op een land als Colombia. En dus kan ik zo weer zonder schuldgevoel op de bank ploffen om verder te kijken. Want ik heb gelukkig nog vier afleveringen te gaan.

Deze column verscheen op 3 september 2015 op de website van RTL Nieuws.


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s