Voorzichtig stap ik met mijn camera in de hand door de mangrove. Een deken van afval kraakt onder mijn voeten. Lege blikjes, een wc-bril, speelgoed, schoenen, een computer. Overal waar je kijkt ligt troep.
Voor me uit door de bosjes loopt bioloog Mario Moscatelli, die me naar deze plek heeft meegenomen. Hij wil laten zien hoe groot het vervuilingsprobleem is bij de baai van Rio de Janeiro. De baai waar volgend jaar tijdens de Olympische Spelen gezeild en gesurft moet worden.
Moscatelli legt uit: “Het vuil komt met de rivieren mee. Een deel hoopt zich hier op in de mangrove, een deel op de bodem van de baai, en de rest blijft gewoon in de baai drijven. Het is een soort Russische roulette.”
De bioloog windt zich zichtbaar op. Een paar jaar geleden werd dit deel van de mangrove opgeruimd in het kader van een overheidsproject dat 50 miljoen euro kostte. Maar het echte probleem, het gebrek aan riolering in veel arme wijken in Rio de Janeiro, werd niet aangepakt. Na afronding van het project lag de mangrove binnen de kortste keren weer vol met viezigheid. “Al het werk, al het belastinggeld dat werd gebruikt, is verloren gegaan”, zegt Moscatelli.
Terwijl ik intussen word lek gestoken door de muggen, begin ik me wat zorgen te maken. Het is niet bepaald de gezondste plek om rond te banjeren. En vooral het feit dat ik zes maanden zwanger ben, zorgt ervoor dat ik me hier niet echt relaxed voel.
Maar eenmaal terug in mijn hotel in één van de strandwijken van de stad, vraag ik me af of de vuilnisbelt waar ik net doorheen liep echt veel gevaarlijker is dan het water waar ik op uitkijk. Het water waarin dagelijks duizenden mensen een duik nemen.
Het ziet er misschien verfrissend en onschuldig uit, maar persbureau AP publiceerde afgelopen maand een onderzoek waaruit bleek dat je bij het inslikken van drie theelepeltjes van het zeewater bij de Copacabana al 99 procent kans zou hebben om ziek te worden. De concentratie aan virussen in het water is volgens het onderzoek hetzelfde als bij rioolwater.
Of je daadwerkelijk ziek wordt, zou trouwens vooral afhangen van je resistentie voor de virussen. Wat dus in theorie een thuisvoordeel zou kunnen betekenen voor Braziliaanse sporters die al hun hele leven met het vieze water in contact zijn gekomen. Voor de Nederlandse watersporters die straks in actie komen op de Olympische Spelen, zit er niets anders op dan hun weerstand zoveel mogelijk op te bouwen en goed voor zichzelf te zorgen.
Maar ik denk in ieder geval wel twee, nee, drie keer na voordat ik het water hier instap. Na mijn bezoek aan de mangrove blijft de stank van de troep de hele dag in mijn neus hangen. Of is het toch de ‘putlucht’ die opeens uit het doucheputje opstijgt? Want ook dat is helaas geen uitzondering in Rio de Janeiro − de stad die intussen steeds vaker de bijnaam ‘Riool de Janeiro’ krijgt.
Deze column verscheen op 20 augustus 2015 op de website van RTL Nieuws.