Kunnen de Argentijnen nog wel barbecueën?

Het is wellicht aan uw aandacht ontsnapt, maar afgelopen weekeinde was een zwarte dag in de geschiedenis van het Argentijnse zelfbeeld. Daar is het al jaren bijzonder slecht mee gesteld, als je af mag gaan op het aantal therapeuten per hoofd van de bevolking.

Misschien zijn de Argentijnen zo depressief omdat het –alweer– zo slecht gaat met hun economie. Ooit was het een van de rijkste landen van de wereld, maar de afgelopen eeuw ging het eigenlijk alleen maar slechter, steeds slechter. Natuurlijk, ze hebben Messi, misschien wel de beste voetballer ter wereld. Maar Duitsland won het WK.

Gelukkig is er altijd nog het vlees. Want de Argentijnen hebben het beste vlees van de wereld. Tenminste, dat vinden ze zelf. Als geen ander volk ter wereld verorberen ze biefstukken van de pampa’s. Jarenlang exporteerden ze meer vlees dan welk ander land op aarde dan ook. Argentinië was met recht het Koninkrijk der Carnivoren.

Maar het aantal kilo’s dat de gemiddelde Argentijn consumeert neemt gestaag af. En de vleesexport is de afgelopen jaren dramatisch gekelderd. Tegenwoordig voeren de kleine buurlandjes Paraguay en Uruguay zelfs meer vlees uit dan Argentinië.

De Chinezen eten steeds meer vlees, bijna al het vlees uit Argentinië ging rechtsreeks de Chinese braadpan in. De prijs van een biefstukje in eigen land nam schrikbarend toe. Néstor Kirchner, de inmiddels overleden echtgenoot van de huidige president Cristina Kirchner, besloot de export van Argentijns vlees tijdelijk te verbieden. Hij was bang dat er niet genoeg vlees zou zijn voor zijn landgenoten.

Na een half jaar mocht er weer geëxporteerd worden, maar tegen exporttarieven van 15 procent en er werden quota ingesteld. Veel boeren kwamen in de problemen waardoor het beleid van Kirchner uiteindelijk een averechts effect had. Er ontstonden tekorten en voor de gewone Argentijn is rundvlees alleen nog maar duurder geworden.

Tegenwoordig moeten de Argentijnen noodgedwongen steeds vaker aan het varkensvlees. Die teloorgang van de Argentijnse vleesindustrie is opnieuw een deuk in het zelfbeeld van de Argentijnen, een aantasting van de nationale identiteit.

Nog een ding hield de gemiddelde Argentijn op de been: de hogere kunst van het vleesbereiden, de ‘asado’. Natuurlijk kan niemand zo lekker barbecueën als de Argentijn.

Of toch niet?

Op het WK barbecue in het Zweedse Göteborg streden afgelopen weekend zestig teams om de felbegeerde titel van de beste barbecueërs ter wereld. Daarvoor werden ze beoordeeld in verschillende categorieën zoals kip, vis en natuurlijk rundvlees.

Appeltje eitje voor de Argentijnen, dachten ze zelf. Maar dat viel uiteindelijk vies tegen. Het team presteerde het namelijk om op de laatste plaats te eindigen. Niet omdat het vlees niet te eten was, maar omdat ze zich niet aan de regels hadden gehouden.

Wat was het probleem? De Argentijnen weigerden een ‘ordinaire’ barbecuesaus bij het vlees te bereiden.

Eigenwijs misschien, want waarom zou je de halve wereld afreizen voor een competitie om je vervolgens niet aan de regels te houden? Maar eigenlijk geef ik de Argentijnen groot gelijk. Want een goede Argentijnse bife de chorizo of een ojo de bife verpesten met barbecuesaus? Kom op zeg…

Dan zouden de Argentijnen hun identiteit pas echt zijn kwijtgeraakt.

Deze column verscheen op 18 juni 2015 op de website van RTL Nieuws.


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s