Een pen. Een camera. Een potlood. Het kunnen krachtige wapens zijn. Je kunt er anderen mee beïnvloeden, mensen kwetsen en zwartmaken zelfs. Ook kun je er jezelf mee verdedigen. Maar helaas niet tegen een gek met een machinegeweer…
2014 was al een bijzonder slecht jaar voor de persvrijheid. Door de grote hoeveelheid gewapende conflicten in de wereld wordt het werk van journalisten steeds gevaarlijker. Slechts één op de zeven mensen op onze aardbol woont tegenwoordig in een land waar journalisten in alle vrijheid hun werk kunnen doen.
Helaas belooft ook 2015 op dit gebied weinig verbetering. De aanvallen gisteren in Parijs maakten dat op een gruwelijke manier duidelijk.
Eerder deze week zag ik nog een artikel met daarbij foto’s van journalisten die afgelopen jaar om het leven kwamen. James Foley natuurlijk. En fotografe Anja Niedringhaus, die in april werd doodgeschoten in Afghanistan. De meeste collega’s werden net als zij in het Midden-Oosten gedood, nog altijd verreweg de gevaarlijkste regio voor journalisten op dit moment.
Sommigen waren simpelweg op het verkeerde moment op de verkeerde plek. Maar vaak genoeg worden journalisten doelbewust vermoord, net als de slachtoffers in Parijs.
Ook in mijn eigen regio, Latijns-Amerika, gaat het slecht. Hier zijn het vooral lokale journalisten die veel gevaar lopen. Drie Latijns-Amerikaanse landen komen voor in de top 20 van dodelijkste landen voor journalisten in 2014: Paraguay, Mexico en Brazilië.
Zo werd de Paraguayaan Pablo Medina Velazquez doodgeschoten omdat hij verhalen schreef over de drugshandel in het oosten van Paraguay. De Braziliaan Pedro Palma berichtte regelmatig over corruptie en andere misstanden in zijn stad Miguel Pereira. Dat moest hij in februari vorig jaar met de dood bekopen.
En 2015 begon ook in Latijns-Amerika slecht. Negen gewapende mannen namen de Mexicaanse journalist Moisés Sánchez Cerezo afgelopen vrijdag mee uit zijn huis in de staat Veracruz, één van de gevaarlijkste staten in Mexico voor journalisten. Sindsdien is er nog geen spoor van hem gevonden. De kans dat ook hij is vermoord vanwege zijn woorden is groot.
Onvoorstelbaar en krankzinnig. Want hoe laf is het wel niet om woorden met wapens te beantwoorden? Met als doel angst aan te jagen. Want dat is wat de daders van de aanslag in Parijs natuurlijk ook willen. Dat we straks te bang zijn om ons werk uit te oefenen.
Tegen wapens kunnen we misschien niet op. Maar laten we ervoor zorgen dat onze woorden sterker zijn dan onze angst. Net zoals de dappere woorden van de vermoorde Franse cartoonist Charb. Want na eerdere bedreigingen aan zijn adres zei hij in 2012: “Ik sterf liever rechtop dan dat ik moet leven op mijn knieën.”
#JeSuisCharlie
Deze column verscheen op 8 januari 2015 op de website van RTL Nieuws.