Het lijkt alweer een eeuwigheid geleden dat ik me vlak voor de opening van het WK in mijn column afvroeg of de Brazilianen weer een beetje trots zouden worden op hun land. Zouden ze weer trots zijn op Brazilië als het WK een beetje soepel verliep? Want iedereen leek er tot dat moment vanuit te gaan dat het land door de mand zou vallen.
Sindsdien werd het recordaantal van 171 doelpunten gemaakt, namen honderdduizenden fans zonder problemen minstens zoveel vluchten en beleefde het Braziliaanse elftal zijn gênantste nederlaag ooit.
Het bewijst maar weer eens dat een toernooi als het WK zich niet laat voorspellen en regisseren. Want de grootste verrassing is dat bijna iedereen hier nu denkt dat ze beter een WK kunnen organiseren dan erin meespelen. De trots op Brazilië is terug, de trots op het nationale elftal is tot een dieptepunt gezakt.
Toch is dat niet helemaal terecht. Zo was het Braziliaanse elftal eigenlijk bezig aan een ‘mission impossible’. Het geloof in het team was vooraf niet groot, maar alles minder dan wereldkampioen worden was een mislukking. Terwijl het behalen van de halve finale het beste resultaat van Brazilië is sinds het land in 2002 wereldkampioen werd. Maar uiteindelijk maakte dat allemaal niets meer uit nadat het land werd afgeslacht door Duitsland.

Een nieuw trauma is geboren, net op het moment dat iedereen klaar was om de nachtmerrie van 1950 te vergeten. Toen verloor Brazilië de beslissende wedstrijd van het WK in eigen land van Uruguay. Het verlies van afgelopen week is een zo mogelijk nog grotere schande, vinden de Brazilianen. Tijdens de troostfinale tegen Nederland geloofde niemand er meer in. Uiteindelijk klapten en juichten sommigen maar voor Nederland, zodat er nog iets te lachen viel.
Het is jammer dat het toernooi juist op die manier moet eindigen voor Brazilië. Net op het moment dat Brazilië in een soort overwinningsroes zat. Want qua organisatie was er niets dan lof. De buitenlandse bezoekers raakten niet uitgepraat over de gastvrijheid van de Brazilianen, de vluchten vertrokken opeens op tijd, en de files waren niet langer dan normaal.
Maar al die lof is ook niet helemaal terecht. Als er iets niet goed ging tijdens dit WK dan was het wel het optreden van de politie. Tienduizenden agenten en militairen zag ik in het hele land op de speeldagen. Ik begrijp dat er beveiliging nodig is tijdens dit soort evenementen, maar dit machtsvertoon leek me toch wat buiten alle proporties. Op de finaledag in Rio zag ik het leger zelfs op 15 kilometer afstand van het stadion door een rustige strandwijk patrouilleren.
En dat was niet het enige probleem. Meteen op de tweede dag van het WK bezocht ik een kleinschalig protest tegen het WK in Salvador. De overheid had beloofd dat vreedzame protesten waren toegestaan. Maar terwijl Nederland Spanje inmaakte, schoot de politie zonder reden traangasgranaten op de tot dat moment vreedzame demonstranten af en smeet hen vervolgens hardhandig achterin gereed staande auto’s.
De wereld was verbaasd dat de Brazilianen de straat niet meer opgingen. Waren ze alle problemen van vorig jaar soms vergeten? Nee, absoluut niet. Maar los van het feit dat veel Brazilianen het nut van demonstraties niet inzagen en liever voetbal wilden kijken, was het hardhandige optreden van de politie weinig uitnodigend. “Ik steun de protesten, maar ik kan het me vanwege mijn kinderen niet veroorloven om gearresteerd te worden”, zei een voorbijganger in Salvador.
En dan is er nog een ander, bijna ‘vergeten’ voorval. Op 3 juli stortte een viaduct in Belo Horizonte in en viel boven op een auto, een bus en twee vrachtwagens. Twee mensen kwamen om het leven. Het onafgebouwde viaduct maakte deel uit van een verkeersproject dat voor het WK af had moeten zijn en dat volgens omwonenden te haastig en slecht werd gebouwd. Vijf dagen later speelde Brazilië tegen Duitsland in dezelfde stad. Een moment van stilte kon er helaas niet vanaf.

Kan Brazilië beter organiseren dan voetballen? Helemaal overtuigd ben ik nog niet. Maar als de Brazilianen ergens trots op kunnen zijn dan is het wel dat ze gastheer waren van één van de spannendste en leukste toernooien ooit. Want over één ding is iedereen het eens: saai was het niet…
En het mooie is, over twee jaar kunnen de Brazilianen in de herkansing. Tijdens de Olympische Spelen in Rio in 2016 mogen ze nog een keer al hun talenten aanboren op sportief en organisatorisch gebied. Ik heb er nu al zin in. Jullie ook?
Deze column verscheen op 14 juli 2014 op de website van RTL Nieuws in de serie RTL Futebol.