Net als de inwoners van veel andere landen klagen ook Brazilianen graag over de belastingen in hun land. Want die zouden veel en veel te hoog zijn. Een vriend van me weet het zeker: “Wij betalen de hoogste belastingen ter wereld.” Maar waar komt dat idee nu eigenlijk vandaan? Een snelle check van de inkomstenbelasting laat namelijk zien dat Brazilianen met een hoogste tarief van 27,5% het een stuk beter voor elkaar hebben dan Nederlanders.
Toch is het idee van die hoge belastingen niet helemaal uit de lucht gegrepen. Want Brazilianen betalen het grootste deel van de belasting niet via hun salaris, maar via de producten die ze kopen. En dan nog liever gezegd: via de producten die ze importeren. Vooral elektronica is duur. Voor mobieltjes, laptops en tablets betaal je in Brazilië de hoofdprijs.
Je zou denken dat de Brazilianen daar intussen aan gewend zijn. Toch ontstond een aantal maanden geleden nog grote ophef toen de PlayStation 4 werd gelanceerd. Het apparaat kost in de Verenigde Staten omgerekend zo’n 290 euro. In Nederland is dat alweer een stuk duurder en gaat hij voor 399 euro over de toonbank. Maar dat is nog helemaal niets vergeleken met de prijs die gameliefhebbers in Brazilië moeten betalen: meer dan 1230 euro voor hetzelfde apparaat. Daarmee is het de duurste PlayStation ter wereld.
Door een storm van kritiek over de prijs voelde fabrikant Sony zich verplicht om uitleg te geven. Uit hun verklaring blijkt dat 63% van de verkoopprijs in Brazilië uit belastingen bestaat. De Braziliaanse overheid verdient er dus lekker aan. Tot grote onvrede van de Brazilianen. Toch zouden juist zij de reden zijn voor de krankzinnig hoge invoerbelastingen.
Zoals de Braziliaanse overheid het ziet, worden de burgers hierdoor namelijk geholpen. Het idee is dat bedrijven de invoerbelastingen kunnen omzeilen door de producten in Brazilië zelf te produceren. En dat creëert dan vervolgens banen voor de Braziliaanse bevolking. Maar meestal werkt het niet zo. Want veel bedrijven laten Brazilië liever links liggen, dan dat ze hier met veel bureaucratische rompslomp een nieuwe fabriek openen.
De Brazilianen die de mogelijkheid hebben, gaan liever shoppen in de Verenigde Staten. Als je flink inslaat, haal je de kosten voor je ticket er makkelijk uit. En als je geen zin hebt om naar de VS te gaan, zijn er ook andere oplossingen. Zo kun je terecht op de Braziliaanse marktplaats. Daar zijn honderden aanbieders die PlayStations en iPhones doorverkopen. Want door de hoge winkelprijzen wordt het smokkelen van elektronica naar Brazilië steeds interessanter.
Een deel van al die apparatuur komt bijvoorbeeld via Paraguay het land binnen. Maar er zijn ook mensen die simpelweg hun koffer volstoppen met elektronica om hun vakantie op die manier terug te verdienen. Maar dan moet je natuurlijk niet gesnapt worden door de douane. Zoals twee medewerkers van luchtvaartmaatschappij American Airlines vorig jaar overkwam. Zij hadden onder meer 14 smartphones in hun ondergoed verstopt. Dat bleek toch niet zo’n goed idee. Want in plaats van hun smokkelwaar met winst te verkopen, eindigde het tweetal uiteindelijk in de Braziliaanse gevangenis.
Deze column verscheen op 20 maart 2014 op de website van RTL Nieuws.