De Braziliaanse president Dilma Rousseff wond er dinsdag in New York geen doekjes om: “Als het recht op privacy ontbreekt, dan kan er geen werkelijke vrijheid van meningsuiting zijn, en dus geen effectieve democratie.” Het was een duidelijke uithaal naar de VS naar aanleiding van de spionagepraktijken van de Amerikaanse inlichtingendienst NSA. Want Brazilië is op z’n zachtst gezegd ‘not amused’ dat Braziliaanse burgers, bedrijven en de overheid door de VS zijn bespioneerd.
Zoals ik in mijn vorige column al aankondigde, hield president Dilma daarom deze week een toespraak voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties waarin ze pleitte voor internationale regulering om dit soort praktijken tegen te gaan. Dat de Braziliaanse president boos is dat ze is afgeluisterd door de Amerikanen, dat snap ik. Maar ik vraag me wel af hoe ver Dilma zelf eigenlijk wil gaan om de privacy van haar burgers te beschermen. Want in Brazilië valt er ook nog genoeg te verbeteren.
In augustus ontstond er bijvoorbeeld ophef over de Braziliaanse app ‘rastreador do namorado’, oftewel de ‘boyfriend tracker’. Een app die jaloerse Braziliaanse vrouwen kunnen installeren op de telefoon van hun vriend om te zien wat hij doet en waar hij uithangt. Als ze de betaalversie nemen voor ongeveer € 1,70 per maand, dan ziet hun geliefde bovendien niet dat de app op zijn telefoon staat. Lijkt me toch een duidelijke schending van iemands privacy, maar volgens de makers is de app gewoon legaal. Google haalde de boyfriend tracker uiteindelijk wel uit de Play Store, maar op de website van ‘rastreador do namorado’ is de app nog gewoon te downloaden.
Het schenden van iemands privacy heeft uiteraard niet altijd met spionage te maken. Brazilianen zijn namelijk dol op het verzamelen van zoveel mogelijk persoonsgegevens. En dat gaat veel verder dan in Nederland. Om de beruchte bureaucratie hier te overwinnen, ontkom je er niet aan om overal je persoonlijke informatie af te geven. Of je nu je rijbewijs wilt aanvragen, een appartement wilt huren of een bankrekening wilt openen. Om dingen hier te regelen heb ik al geregeld alle tien mijn vingerafdrukken moeten afgeven, de volledige namen van mijn ouders doorgegeven en mijn salarisstrookjes laten zien. Maar ook bij ‘simpelere’ dingen zoals inchecken in een hotel, een buskaartje kopen of een bezoek aan de schoonheidssalon willen de Brazilianen graag alles van je weten. Ik vraag me toch sterk af wat het mijn schoonheidsspecialiste aangaat of ik wel of niet getrouwd ben…
De vraag is natuurlijk wat er met al deze gegevens gebeurt. Als je naar de Braziliaanse wet kijkt, dan staat daarin wel dat burgers recht hebben op privacy. Maar voor zover ik weet is er tot nu toe weinig geregeld op het gebied van bescherming van persoonlijke gegevens. Brazilië is nu wel bezig om een wet in te voeren die de privacy van internetgebruikers moet waarborgen. Maar misschien is het ook een goed idee als Dilma het verzamelen van persoonlijke gegevens wat meer aan banden legt. Dan hoeven we ons meteen wat minder druk te maken dat ze eventueel in verkeerde handen vallen.
Maar ‘verkeerde handen’ is voor velen blijkbaar ook nog een breed concept. Tienduizenden jaloerse Brazilianen krijgen nu een kopie van de sms’jes die hun geliefde verstuurt, kunnen precies zien waar hun partner is en zelfs bellen met het toestel zonder dat hun vriend dat weet om te horen wat er wordt gezegd. Maar volgens de gebruikers is dit heel anders dan wat de NSA heeft gedaan. Want iemand bespioneren die je goed kent is toch geen probleem? Ik vraag me af of hun partners daar ook zo over denken.
Deze column verscheen op 29 september 2013 op de website van RTL Nieuws.