Ik sta aan de voet van het beroemde Christusbeeld in Rio de Janeiro. Het metershoge beeld torent boven me uit, stoïcijns wakend over de stad in de diepte. Honderden toeristen verdringen zich intussen om me heen om allemaal dezelfde foto te maken. De persoon met het fototoestel het liefst liggend op de grond om zoveel mogelijk vierkante centimeters in beeld te brengen. De ander met de armen wijd gespreid, net als het standbeeld achter hem.
Ik woon intussen al bijna een jaar in Brazilië en hoewel ik veel plekken heb mogen bezoeken, was dat tot nog toe zelden als toerist. Nu mijn familie op bezoek is ga ik voor het eerst een aantal beroemde toeristische attracties in Rio de Janeiro bekijken. Samen met andere buitenlandse toeristen natuurlijk, maar vooral met heel veel Brazilianen die in eigen land op vakantie zijn. Ook bij het enorme beeld van Christus hoor ik de mensen om me heen vooral Braziliaans Portugees babbelen.
Eigen land
Het aantal Brazilianen dat op vakantie gaat is in de afgelopen tien jaar namelijk meer dan verdubbeld. 90 procent van hen blijft in eigen land. Vanwege de gigantische afmetingen van Brazilië is daar al genoeg te doen. Zo vergeten we vaak dat een bezoek aan de Amazone voor inwoners van Rio de Janeiro en São Paulo vaak net zo exotisch is als voor de meeste Nederlanders. Maar je ziet Braziliaanse vakantiegangers nu ook steeds vaker in andere landen opduiken.
Wat ik al snel in de gaten had is dat je, net zoals je Nederlandse, Amerikaanse en Japanse toeristen altijd snel herkent, Brazilianen op vakantie ook makkelijk kunt spotten. Zie je een groepje luid pratende latino’s, in voetbalshirtjes en op sportschoenen met witte sokken? Dikke kans dat het Brazilianen zijn. In de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires zag ik ze al van verre aankomen. En hoewel Argentijnen gruwen van de kledingkeuze van hun buren, zijn ze tegelijkertijd vaak erg blij met de komst van de Braziliaanse toeristen, die bekend staan als ‘big spenders’.
Uitpuilende koffers
Ook in de Verenigde Staten zien ze de Braziliaanse vakantiegangers graag komen. Die gaan vaak met lege koffers naar Miami of New York om zich helemaal suf te shoppen. Alles is in de VS namelijk stukken goedkoper dan in Brazilië. Speciaal voor hun Braziliaanse klanten bieden sommige warenhuizen in de VS nu zelfs zomercollecties aan in de Amerikaanse winter. Met uitpuilende koffers vol goedkope Amerikaanse kleding vliegen de vakantiegangers dan uiteindelijk terug naar de hitte van de Braziliaanse zomer.
Toch kunnen de meeste Brazilianen alleen maar dromen van een winkelvakantie in de Verenigde Staten. Want meer dan de helft van de Brazilianen kan helemaal niet op vakantie. En veel mensen werken keihard om eens in de paar jaar hun familie in een andere staat te kunnen bezoeken. Vooral tripjes naar het noordoosten zijn daarom populair, want dat is waar veel mensen uit de lagere klassen in Rio de Janeiro en São Paulo oorspronkelijk vandaan komen.
Heb je heimwee en geen geld voor een ticket? Dan kun je in Rio gelukkig nog terecht op de ‘Feira Nordestina’, ‘de Markt van het Noordoosten’. Deze markt is vooral in het weekend erg populair. Je kunt hier streekgerechten uit het noordoosten eten, handwerk uit de regio kopen en natuurlijk dansen. En heupwiegend op de klanken van Forró, de typische muzieksoort uit het noordoosten van Brazilië, kun je ook heel gelukkig zijn. Daar heb je geen vakantie voor nodig.
Deze column verscheen op 18 augustus 2013 op de website van RTL Nieuws.

Leuke blog, hoewel ik op de foto geen witte sokken met sportschoenen zie. Geniet van de vakantie!
Misschien zijn het ook geen Brazilianen 😉
Hoi Sandra,
Het blijft mooi, opstaan met je blog op zondag, ga zo door groet ook aan Marc.
Ik draag ook geen witte sokken met sportschoenen hoor.