De grond is bezaaid met plastic flesjes, lege frisdrankblikjes en snoeppapiertjes. De mensenmassa slentert langzaam voorbij, de felgekleurde vuilnisbakken puilen uit en langs de kant staan ECO toiletten. Als ik niet beter wist zou ik denken dat ik op een festivalterrein ben beland. Maar nee, ik ben op een begraafplaats aan de rand van de stad Manaus. Het is 2 november, Allerzielen. Dé dag om de doden te herdenken, hun graf te bezoeken en te verzorgen en om bloemen achter te laten.
Onder de brandende zon dwaal ik rond over het immense terrein. Een evangelist probeert met bijbel en microfoon in de hand nog wat katholieke zieltjes te winnen. Verkopers doen ondertussen hun best om luid roepend hun frisdrank, popcorn, bananenchips, bloemenkransen en zelfs blauwgeverfde houten kruisjes aan de man te brengen bij het voorbij slenterende publiek. Sommige mensen dragen een t-shirt met een foto van hun overleden vader, zus of zoon. Het terrein verandert langzaam in een zee van plastic bloemetjes (die naar verluidt na een dag alweer gestolen worden, zodat ze een jaar later opnieuw kunnen worden verkocht).
Stilletjes vraag ik me af of de doden ook meegenieten van deze bovengrondse chaos. Tenslotte is het hun feestje.
Nog op Cemiterio São João Batista de Manaus geweest?
Groeten van Cornell
Nee, we hebben ervoor gekozen om alleen Parque Tarumã te bezoeken. We hadden ons laten vertellen dat het de wat armere begraafplaats van de stad is, en dat leek ons interessanter op deze feestdag.