‘Bravo, bravo!’ De dirigent lacht en dept zijn bezwete kale hoofd nog eens af. De staande ovatie van het publiek blijft aanhouden en het orkest neemt opnieuw plaats. Terwijl het publiek stil wordt, vullen de klanken van de Polovtsian Dances van Borodin nog een keer de prachtige zaal van het operagebouw. Onder een loeiende airco luisteren toeristen en locals binnen gehypnotiseerd naar de muziek, terwijl buiten de tropische nacht als een warme deken over de stad hangt.
Een opera in het oerwoud, het lijkt misschien raar. Maar in het beroemde operagebouw van Manaus, middenin de Amazone, lijken de duizenden kilometers jungle mijlenver weg.
Buitensporig
Op een snikhete dinsdagmiddag bezoeken Marc en ik het gebouw voor het eerst. We krijgen een privérondleiding van een wat zenuwachtige jongen, die constant op zijn horloge kijkt. Waarschijnlijk is hij bang dat de rondleiding uitloopt als we ons te lang vergapen aan het prachtige interieur.
Want dat interieur is gerust buitensporig te noemen. In 1884 begon de bouw van wat de ‘juweel van de Amazone’ moest worden. Het zou 12 jaar duren voordat het bouwwerk eindelijk voltooid was. Want alleen het beste van het beste was goed genoeg. Trappen van marmer uit Carrara, stalen muren uit Groot-Brittannië, kroonluchters van glas uit Murano, een enorm op maat gemaakt beschilderd doek uit Parijs op het plafond en verschillende houtsoorten die in Europa werden bewerkt. Allemaal ontworpen door een Italiaanse architect.
Stinkend rijk
Niets was te gek in Manaus ten tijde van de rubber boom. In de 19e eeuw steeg de vraag naar rubber enorm. Op dat moment groeide de rubberboom die latex produceert (het witte goedje waaruit rubber wordt gehaald) alleen in de Amazone. Steden als Belém, Porto Velho en Manaus werden door de toenemende vraag stinkend rijk en de rubberbaronnen van de Amazone zwommen in het geld. Volgens de verhalen kregen hun paarden champagne te drinken en werd de was in Europa gedaan: niets leek onmogelijk. En dus verrees middenin de jungle uiteindelijk ook een heus operagebouw. Het statement was duidelijk: de mens had de natuur overwonnen.
Maar de zaden van de rubberboom werden gestolen door een Engelsman en uiteindelijk dook de boom op in Britse kolonies in Zuidoost-Azië. Dit zorgde aan het begin van de 20e eeuw voor het einde van het rubbermonopolie van de Amazone. De prijs van rubber daalde enorm en Manaus raakte zijn belangrijkste bron van inkomsten kwijt. Een korte opleving tijdens de Tweede Wereldoorlog kon daar ook geen verandering in brengen. De armoede nam toe. Maar het operagebouw, het symbool van een eens zo rijke junglestad, bleef in al zijn glorie staan.
Betoverd
Twee dagen na onze rondleiding bezoeken we het gebouw nogmaals. Dit keer om een concert bij te wonen van het Amazonas Philharmonische Orkest, dat het theater als thuisbasis heeft. En dan, in dat gekke theater middenin de jungle, gebeurt het. Misschien komt het door de hitte, misschien ook niet. Maar ik raak betoverd door de klanken van de opera.
Sindsdien staan de Polovtsian Dances op repeat op mijn iPod. En elke keer als ik ernaar luister, ben ik weer even terug. Terug in die zaal, terug in Manaus. Opera en het oerwoud zullen voor mij altijd met elkaar verbonden blijven.
Werner Herzog’s Fitzcarraldo gezien?
Groeten,
Cornell
Nog niet! Maar hij staat inmiddels hoog op ons verlanglijstje.
Hoewel ikzelf lang in de wereld van rock en pop actief was, vind ik klassieke muziek vaak beter passen bij de grootsheid van het woud. Heb zelf ooit een prachtige ervaring gehad met het luisteren in de jungle, samen met vrienden, naar klarinetconcert van Mozart. Lees ook: http://iamazonia.tumblr.com/post/30575883176/amazonie-land-van-de-wateren