Twee uur en zestien minuten. Zo lang duurde het in Brazilië in 2018 na het sluiten van de stembussen voordat bekend werd dat Jair Bolsonaro had gewonnen. Of liever gezegd, zo kort. Een indrukwekkende prestatie in een land met zo’n 150 miljoen stemgerechtigden, verspreid over miljoenensteden en junglegehuchten.
Dat komt omdat er sinds 1996 elektronisch wordt gestemd. Voor die tijd kon de uitslag soms dagen of zelfs weken op zich laten wachten. Geen geworstel hier dus met gigantische stemformulieren en een rood potlood zoals in Nederland. De kiezer toetst op een machine het gewenste nummer in, drukt op de groene knop en klaar is Kees.
Aan het einde van de verkiezingsdag produceert elk apparaat een rapport met de resultaten. Alleen die resultaten hoeven dus bij elkaar te worden opgeteld. Een waterdicht systeem volgens de voorstanders. De machines zijn namelijk niet verbonden met internet en kunnen dus niet op die manier gehackt worden.
Sommigen zien de apparaten zelfs als symbool van de jonge Braziliaanse democratie. Maar niet iedereen is er tevreden over. President Bolsonaro bijvoorbeeld. Hij noemt het systeem onbetrouwbaar. Dat betekent niet dat hij terug wil naar papier en potlood, maar Bolsonaro zou graag zien dat de machines een papiertje afdrukken waardoor de kiezer zijn of haar stem kan verifiëren. Eerder deze maand werd door het Huis van Afgevaardigden een commissie ingesteld om aanpassing van de grondwet te onderzoeken waardoor dit mogelijk zou kunnen worden.
Op zich klinkt een extra controle nog best logisch. Het is immers in ieders belang dat de verkiezingen zo eerlijk mogelijk verlopen. Er zijn alleen een paar problemen. Eerdere tests met de machines die de stemmen printen verliepen niet bepaald vlekkeloos. Zo vergaten mensen bijvoorbeeld om hun uitgeprinte stem goed te keuren. Ook is er het risico op het vastlopen van de printers, waardoor er iemand bij moet komen en het kiesgeheim niet meer gewaarborgd kan worden.
En dan is er nog het prijskaartje: het vervangen van alle machines zou meer dan 300 miljoen euro kosten. Critici vinden dat onnodig en onverantwoord aangezien er in het verleden geen aanwijzingen voor fraude waren.
Maar dat ziet Bolsonaro anders. Sterker nog, hij won de verkiezingen in 2018 dan wel in de tweede ronde, maar volgens hem zou hij in de eerste ronde allang genoeg stemmen hebben behaald. Het is onduidelijk waar hij dat precies op baseert.
Over de volgende verkiezingen, die over anderhalf jaar worden gehouden, zei hij een paar maanden geleden: “Als we in 2022 geen geprinte stemmen hebben, een manier om de stemmen te controleren, dan gaan we grotere problemen hebben dan in de Verenigde Staten.”
Daarmee verwijst hij uiteraard naar zijn grote held Donald Trump, die tot op de dag van vandaag blijft volhouden dat er gefraudeerd is bij de verkiezingen. Niet voor niets was Bolsonaro één van de laatste wereldleiders om Joe Biden te feliciteren.
Het gaat president Bolsonaro dan ook waarschijnlijk niet eens om de stemmachines. Het gaat om het zaaien van twijfel, nog voordat de verkiezingen zijn begonnen. Bij de vorige verkiezingen zei Bolsonaro ook al dat hij het resultaat alleen zou accepteren als hij won. Toen lukte dat. Maar zijn herverkiezing volgend jaar is allesbehalve zeker. De suggestie van fraude zal voor Bolsonaro en zijn fanatieke aanhangers al genoeg zijn om zich straks niet zomaar neer te leggen bij een eventuele nederlaag.
Deze column verscheen op 27 mei 2021 op de website van RTL Nieuws